Hoofdstuk 3

Picture
Ongeveer een jaar geleden waren Achmed en ik getrouwd, alleen wij twee en Grace in de achtertuin.

 

Picture
Grace was ook alweer opgegroeid naar een peuter, wat werden ze toch snel groot. Het leek de dag van gisteren dat ik haar voor het eerst in mijn armen had.

 

Picture
Grace speelde graag met van alles en nog wat, maar het poppenhuis was toch wel haar favoriet. Vaak speelde ik met haar mee, het was nog net zo leuk als het vroeger was.

 

Picture
Maar niet alles was geweldig, er was brand ontstaan bij de openhaard.

 

Picture
Ik was alleen thuis met Grace. Ik keek naar het vuur en ik was hartstikke bang. Snel belde ik de brandweer.

 

Picture
Al snel kwam de brandweer aan met loeiende sirene's en met zwaailichten aan.

 

Picture
De brand werd groter en groter, maar de brandweer had het gelukkig onder controle.

 

Picture
En zo werd het laatste vlammetje vuur verdoofd, tot mijn opluchting.

 

Picture
Daarna volgde nog een domper, de wasmachine ging stuk, maar ik was al lang blij dat bij de brand niets met mijn kleine meisje was gebeurd.

 

Picture
Als iets aan haar komt, komt niets aan mij. Ik kan me geen leven meer voorstellen zonder haar en Achmed.

 

Picture
We waren een echt, onafscheidelijk gezin. Een vader, een moeder en een kind.